Is dit het langverwachte keerpunt op de financiële markten? Nadat Wall Street vrijdag zijn slechtste handelsdag in 20 maanden had beleefd, eindigden vandaag ook de Aziatische beurzen in het rood en openden in Europa zowat alle aandelenbeurzen zo’n 1 procent lager.
‘Tja, ooit moest er een einde komen aan de stijging. Wegens de fear of missing out (fomo) bleven institutionele beleggers maar aandelen bijkopen. Daardoor was de markt extreem overingekocht’, zegt Philippe Gijsels, marktstrateeg van BNP Paribas Fortis.
Klim van 402 dagen
‘De S&P500 is liefst 402 handelsdagen na elkaar gestegen, zonder een serieuze correctie van meer dan 5 procent. Dat komt neer op twee volledige kalenderjaren. En dit is niet het enige record dat is gesneuveld. Misschien is het wel goed dat beleggers er nu aan herinnerd worden dat koersen niet alleen maar kunnen stijgen’, zegt Gijsels, die in de huidige koersdalingen dan ook vooral een gezonde koerscorrectie ziet.
Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING België, zit op dezelfde lijn. ‘Ik kan niet in een glazen bol kijken, maar het is duidelijk dat heel wat beleggers voor het eerst sinds lang winst willen nemen. Ik sluit een koerscorrectie van 5 tot 10 procent niet uit.’
Naar de redenen voor de plotse marktcorrectie is het nog wat zoeken. Al schuiven de meeste waarnemers drie spelbrekers naar voor: de stijgende rente in de VS, de vrees voor oplopende inflatie en de groeiende vrees voor een blijvend lage dollar en toenemend protectionisme.
1. Stijgende rente
Al enige weken is een verkoopgolf aan de gang van Amerikaanse staatsschuld. Daardoor gaat op de obligatiemarkt de effectieve rente op Amerikaanse staatsleningen omhoog. Vrijdag bereikte de rente op de tienjarige staatslening 2,83 procent. Dat is het hoogste peil in vier jaar. Nog begin januari stond deze rente op 2,40 procent. Steeds meer waarnemers zien daarin het einde van een dalende trend die al duurt sinds 1982, zoals obligatiekoning Bill Gross vorige maand al voorspelde.
Ook in de eurozone lopen de rentes op staatsleningen nu op – zij het veel minder dan in de VS. De Duitse rente bijvoorbeeld staat nu op 70 basispunten, en ook de Nederlandse rente staat op het hoogste peil in bijna twee jaar.
‘Waarom dat een probleem is voor de beurzen? Naarmate de rentes stijgen, worden aandelen onaantrekkelijker’, legt Vanden Houte uit. ‘Als dat aanhoudt, kan de hypotheekrente licht gaan stijgen en op lange termijn de economie zelfs gaan afremmen. Je ziet nu al een lichte opstoot van slechte betalingen op autoleningen. Weliswaar van een historisch laag niveau, maar toch.’
2. Oplopende inflatie in de VS
De oplopende rente hangt samen met de toenemende inflatieangst in de VS. De werkgelegenheid in de VS bleek in januari sneller gegroeid dan verwacht. Er kwamen 200.000 nieuwe banen bij, in plaats van de 180.000 die waren verwacht.
En het gaat al erg goed met de Amerikaanse economie, die al sinds 2010 bezig is aan een vrijwel onafgebroken expansie. Voor dit jaar verwachten veel economen opnieuw groei, tot wel 3 procent. En daar kwam vorig jaar in december ook nog eens het grote belastingplan van Trump bij, dat de economie nog verder stimuleert. Wat leidt tot een begrotingstekort van bijna 6 procent én een verder oplopende Amerikaanse staatsschuld. Dat is in deze late fase van de conjunctuurcyclus ongehoord.
En dus is de verwachting dat de Fed zal ingrijpen. Een hogere inflatie is vaak een reden om de teugels van het monetaire en fiscale beleid aan te halen. Dat moet oververhitting van de economie voorkomen en de lonen matigen om een loon-prijsspiraal te voorkomen. De verwachting is daardoor dat de Fed de rente in de VS mogelijk sneller en vaker gaat verhogen dan verwacht. ‘In plaats van drie keer, gaan de markten nu uit van vier renteverhogingen in de VS dit jaar’, aldus Gijsels.
‘In Europa zijn er wel nog weinig of geen signalen dat de inflatie stijgt. Toch niet bij de consumenten. En dat zal wellicht nog even duren’, nuanceert Vanden Houte. Al betekent dit niet dat de Europese beurzen immuun zijn. ‘Als het regent in de VS, druppelt het in Europa. Al is het deze keer vooral regen die komt van de obligatiemarkten.’
3. Vrees voor valutaoorlog
Tegelijk met die stijgende rente verliest de dollar aan kracht: tegenover de euro bereikte de Amerikaanse munt een koers van 1,25 dollar per euro, tegen 1,20 begin dit jaar. Een jaar geleden was dat nog 1,05 dollar.
Een beleid dat lijkt aangestuurd vanuit Washington. In Davos sprak de Amerikaanse minister van Financiën, Steven Mnuchin, zich opmerkelijk fors uit voor een zwakkere dollar, en hij werd nauwelijks gecorrigeerd door president Trump. Wat de vrees voor een valutaoorlog doet toenemen. Mnuchins stijlbreuk kan worden gezien als een voortzetting van Trumps protectionistische handelspolitiek. Het omlaag praten van de dollar helpt daarbij.
De beweging van de dollarkoers leidt aan weerskanten van de Atlantische Oceaan tot ongewenste effecten. In Europa, waar de inflatie nog steeds maar 1,3 procent bedraagt en de kerninflatie (zonder energie en voeding) 1 procent, maakt een duurdere euro dat de gewenste stijging van de inflatie langer uitblijft.
‘Dat kan betekenen dat de Europese centrale Bank (ECB) zich gedwongen kan zien een normalisering van het beleid (het stoppen van aankopen van staatsleningen en het verhogen van de rente vanaf nul) langer uit te stellen. Niet alleen met woorden, maar misschien ook met daden’, voorspelt Vanden Houte.
Beurscrash van 1987
De onenigheid over de wisselkoersen is volgens sommige waarnemers niet zonder risico’s. De laatste keer dat Frankfurt en Washington het zó oneens waren op monetair gebied, was in de aanloop naar de krach van 1987. En dat terwijl er ook op andere gebieden gelijkenissen zijn met de situatie van toen en nu in de VS. Zoals een aantal gelijkenissen tussen het klassiek Republikeins economisch stimuleringsbeleid van Reagan in 1987 en Trump nu bijvoorbeeld.
Maar dat het ook tot een beurscrash komt zoals in 1987, achten Gijsels en Vanden Houte voorlopig uitgesloten. ‘Om tot een echte beurscrash te komen, is er ook een economische recessie nodig of tenminste het omkeren van de groeiverwachtingen’, klinkt het in koor. En voorlopig zijn er volgens beide economen onvoldoende tekenen dat het in 2018 al die kant op gaat. ‘Het economisch herstel is op volle stoom en de bedrijfswinsten zijn beter dan ooit.’
Al houdt Gijsels wel een slag om de arm. ‘Je kan niets uitsluiten natuurlijk. De beurscrash in 1987 was ook een technische crash, en ging niet gepaard met een recessie. Met als voordeel dat de koersen zich ook ongezien snel herstelden.’ Samen met Vanden Houte verwacht hij daarom de komende maanden sowieso veel meer volatiliteit op de markten, en dus nog enkele stevige correcties. Maar voorlopig zien analisten als hij die vooral als nieuwe koopkansen.